In het kort is dit technische verhaal zo ongeveer de werkwijze die m.i. Jan heeft gehanteerd. Uiteraard is schilderkunst (ook in de late Middeleeuwen) niet alleen maar een receptenboek! Het valt mij altijd op dat het discours van ' specialisten' over het ' geheim van Jan van Eyck'  vooral gaat over de materie van zijn werk...Zo van "Oh wat knap " en " Ah, zo realistisch"!  "Hoe kreeg ie het voor elkaar?" Vervolgens gaan ze miniscule verfmonstertjes plukken uit een van zijn schilderijen en die tig keren te vergroten...om nog dieper in de materie te kunnen kruipen!

Maar......

zoals ik deze lezing ben begonnen, ligt het bijzondere natuurlijk niet zozeer aan welke verf of bindmiddel je gebruikt! Het kan natuurlijk wel helpen...In onze materialistische tijd zoeken wij altijd de oplossingen in natuur-wetenschappelijke verklaringen. Dus "Jan van Eyck werd zo'n fantastische schilder omdat hij de olieverf ontdekte". 

Is dit zo?

Natuurlijk niet!     Wat dan wel?

De WIL!

Het GELOOF in iets!

De TRADITIE!

Het genie van Jan kwam niet zomaar uit de hemel vallen! Jan en Hubert kwamen wel degelijk ergens vandaan...en wel uit de zeer ontwikkelde ' miniatuur' traditie dat in het Bourgondische hof een grote plaats nam.

" Gran Maestro Joannes, che prima fe l'arte d' illuminazione libri". schreef de Napolitaan Pietro Summonte in 1524 die het werk van Jan kende vanuit het hof van Anjou in Napels waar werken waren van van Eyck. Jan en misschien ook Hubert heeft gewerkt aan het zo gehete ' Turijns-Milanees getijdenboek' (ooit begonnen tussen 1380 - 1390) dat weer een onderdeel vormde van het latere  ' Les Tres Belles Heures de Notre Dame'. Dit getijdenboek of ook wel een ' missaal' (gebedenboek) was in opdracht van Jean Duc de Berry. Het werd later afgemaakt zo rond 1422 in verdere opdracht van Willem IV van Holland die weer een jongere broer was van Jan VI van Beieren en waaronder Jan van Eyck in dienst was als miniaturist. Let wel dit handschrift is niet groter dan 284 x 203 mm en bevat 126 folie en 25 miniaturen! Trouwens niet allemaal van Jan...

Wat opvalt in deze vroege werken van Jan is aan de ene kant

het sterke 'realisme' vooral in de landschappen wat in die tijd een novum was in de miniatuurkunst en de 'hoofse' stijl waarin vooral de figuren geschilderd zijn.

Deze 'hoofsheid' of ook wel 'elegantie'  is een kenmerk van de toen der tijd 'Internationale gotiek'  een stijl die overal in Europa werd gebezigd en herkenbaar is aan de langgerekte figuren die lijken alsof zij op hun 'spitzen'  lopen. Jan werd dus als Eyckeltje in deze stijl geboren. De ongelooflijke verfijning waarmee deze miniaturen (kijk naar de afmetingen van deze boeken!) werden geschilderd was natuurlijk voor Jan een ' kolfje naar zijn hand'. Maar..

is niet bepaald een uitvinding van Jan!

Deze verfijning werd al eerder gebezigd door andere grote Nederlands/Vlaamse schilders uit Nijmegen: Paul, Johan en Herman van Lymborch die min of meer oudere tijdgenoten konden zijn geweest van Jan. Deze drie broers waren kort na 1400 verantwoordlijk voor een van de mooiste getijdenboeken aller tijden; ' Les Tres Riches Heures de Duc de Berry..' 

De drie broers kregen hun onderricht van hun vader en hun oom Johan van Maelwael die aan het Gelderse hof werkte en later aan het Bourgondische hof. Later gingen de broers ook aan dat hof van Duc de Berry werken.Zij kregen als opdracht om twee getijdenboeken te verluchten over edelen en boeren!

Opvallend als onderwerp dat ' boeren' dus ook een plaats kregen in deze handschriften!

Plotseling was het gewone leven van boeren en buitenlui een onderwerp in de beeldende kunst geworden. Waardoor je zou kunnen concluderen dat de Franse 19de eeuwse schilder Courbet niet de uitvinder is geweest van het ' realisme'  maar dat dit al in de vroege 15de eeuw was ontdekt door Noord-Nederlandse schilders!

Jean de Berry (1340 - 1416) was de derde zoon van Jean II van Frankrijk en 1 van zijn broers was Philips de Stoute. Jean Duc de Berry  was een groot kunstliefhebber en mecenas. Hij verzamelde en gaf opdrachten voor het maken van handschriften en kunstvoorwerpen en hierdoor kwam hij diep in de schulden, waarin hij ook stierf in 1416.

Hij was een werkelijk goed mens voor zijn 'ouvriers' (kunstenaars) O.a. schonk hij Paul van Lymborgh een van zijn mooiste huizen in Bourges en schonk hij de door Paul fel begeerde Gilette ten huwelijk .

De broers deden baanbrekend werk zoals het introduceren van ' volblad' miniaturen voor de kalenders' Daarbij brachten zij realistische voorstellingen zoals landschappen en meteorologische aspecten van de seizoenen in hun verluchtingen. Tevens pionierde zij ook met het lineaire perspectief!

Na een paar jaar werkend aan het eerste boek stierven de drie broers aan de pest-epidemie en konden het tweede boek niet afmaken.

Wordt vervolgd